Minister-President: Jacques Vriens
Jacques Vriens stond bijna vijfentwintig jaar voor de klas, waarvan negentien jaar als directeur (mét een eigen groep). Hij begon als kind met het schrijven van toneelstukjes die hij samen met buurtkinderen uitvoerde in het zaaltje van het hotel van zijn ouders. In 1976 verscheen zijn eerste boek Die rotschool met die fijne klas dat voor een deel gebaseerd was op zijn eigen ervaringen als meester. Na lang nadenken (want het onderwijs vond hij nog steeds leuk), besloot hij in 1993 van zijn hobby zijn beroep te maken. Hij kreeg o.m. bekendheid door boeken als Meester Jaap, Achtste-groepers huilen niet, Tommie en Lotje en Oorlogsgeheimen. Daarnaast zet hij zich actief in voor leesbevordering door te spreken op Pabo’s en studiedagen. Van 2013 tot 2015 was hij de eerste officiële kinderboekenambassadeur.
Jacques: “Met plezier word ik Minister-president van het Ministerie van Boekenzaken. Alle beetjes helpen om het leesplezier te bevorderen en héél ministerie is natuurlijk helemaal fantastisch! Naast verbeelding, empathie, beter leren omgaan met je eigen emoties en rust en concentratie, leer je dankzij verhalen de nuance van de taal kennen. In deze tijd, waarin van alles geroepen wordt in de media, lijkt het me belangrijk dat we weer wat zorgvuldiger gaan formuleren en ons realiseren wat voor consequenties woorden kunnen hebben.”
Minister van Non-Fictie: Marc ter Horst
Marc ter Horst studeerde literatuurwetenschap, maar las pas daarna de belangrijkste boeken van zijn leven. Boeken over de aarde, over evolutie en over het heelal. Daar hadden ze hem op school veel te weinig over verteld. Daarom werkte hij als tekstschrijver maar al te graag mee aan lesmateriaal voor aardrijkskunde en natuur en aan museumteksten over walvissen, zwarte gaten en ammonieten.
In 2014 verscheen zijn debuut Hé Aardbewoner!, waarna hij bijna elk jaar een nieuw non-fictieboek schreef, zoals De oma van de oma van mijn oma, Palmen op de Noordpool (meer dan 10 vertalingen) en Viruswereld (Zilveren Griffel, nominatie Woutertje Pieterseprijs). Marc gaat regelmatig naar scholen om over zijn boeken te vertellen, maar bijvoorbeeld ook om een lastig onderwerp als klimaatverandering helder uit te leggen.
Marc: Non-fictie kinderboeken kunnen een belangrijke rol spelen bij leesbevordering. De afgelopen jaren is de kwaliteit van Nederlandstalige non-fictie enorm vooruit gegaan. Er zijn steeds meer geweldige auteurs en uitgevers geven de boeken steeds mooier uit. Voor veel kinderen en ook leerkrachten is het genre relatief onbekend.
Als minister van non-fictie wil ik daar graag verandering in brengen. Kinderen die zeggen dat ze niet van lezen houden, kunnen door De Zweetvoetenman of Winterdieren op hele andere gedachten worden gebracht. En leerkrachten kunnen ontdekken dat ze informatieve boeken geweldig kunnen gebruiken als rijke teksten en als alternatief of aanvulling voor hun zaakvakmethode.
Minister van Buitenlandse Boeken: Joukje Akveld
Joukje Akveld (1974) is schrijver en journalist. Ze schrijft prentenboeken, boeken voor beginnende lezers en non-fictie voor kinderen en volwassenen. Haar werk wordt vertaald van Amerika tot China en is onderscheiden met twee Zilveren Griffels, twee nominaties voor de Woutertje Pieterse Prijs en twee Vlag en Wimpels. Daarnaast vertaalt ze prentenboeken en publiceerde ze als journalist o.m. in Vrij Nederland, Trouw, Kidsweek, Het Parool en tijdschrift Lezen. Maximiliaan Modderman geeft een feestje is verkozen tot Prentenboek van het Jaar 2023.
Joukje: Ik beschouw het als een grote eer toe te mogen treden tot het Ministerie van Boekenzaken. Als minister van Buitenlandse Boeken (standplaats: Simon’s Town, Zuid-Afrika) is het mijn taak kinderboeken van buiten het Nederlandse taalgebied onder de aandacht te brengen. Nederland en Vlaanderen barsten van het kinderboekentalent, maar de wereld is groter dan de inwoners van deze twee minilandjes vaak denken. Mijn devies: hoe wijder je blik, hoe groter je boekenkast.
Minister van nieuw talent: Lisa Boersen
Lisa Boersen (1975) wilde al kinderboekenschrijver worden toen ze negen was, toen schreef ze al haar eerste verhalen in schriftjes. Inmiddels heeft ze verschillende kinderboeken gepubliceerd, waaronder de populaire serie Timo en de Oppasninja en het prentenboek ‘Duizend-en-een paarse djellaba’s.’ Daarnaast heeft ze ook altijd ander werk gedaan. Ze werkte bij radio en televisie en organiseerde allerlei culturele evenementen. Nu is ze hoofdredacteur jeugd bij de NTR (onder andere van Het Klokhuis). Onlangs publiceerde ze haar eerste boek voor volwassenen: García Márquez en de Honeymoonquiz – Hoe verhalen ons vormen.
Lisa: De wereld zit vol mensen die allemaal vol verhalen zitten. Spannende verhalen, grappige verhalen, bijzondere verhalen. Verhalen die we graag zouden willen horen. Een minister van Nieuw Talent is eigenlijk een soort schatzoeker die altijd op zoek blijft naar nieuwe mensen met hun nog onontdekte verhalen. En wie houdt er nu niet van schatzoeken?
Minister van Prentenboeken: Tjibbe Veldkamp
Tjibbe Veldkamp (1962) is een prentenboeken- en kinderboekenschrijver. Hij schrijft voor alle kinderleeftijden, maar de meeste van zijn boeken zijn prentenboeken. Ruim vijfendertig zijn het er intussen en hij maakte ze samen met illustratoren als Philip Hopman, Kees de Boer, Wouter Tulp, Noëlle Smit en Sebastiaan van Doninck. Voor zijn werk ontving Tjibbe diverse prijzen. Zilveren Griffels kreeg hij voor Agent en Boef, Tiffany Dop, Kom uit die kraan!, Handje? en Maar eerst ving ik een monster, dat ook gekozen werd als Prentenboek van het Jaar 2022. Met Tim op de tegels wonnen Kees de Boer en hij de Kinderboekwinkelprijs.
Tjibbe: Ik hou van prentenboeken. En laten prentenboeken nou ook nog eens extreem belangrijk blijken te zijn vanuit het oogpunt van leesbevordering. Wanneer we kinderen in de voor- en vroegschoolse periode van prentenboeken laten genieten en we er zo in slagen ze van boeken te laten houden, geven we hun leescarrière een start waar ze nog lang baat van kunnen hebben.
Minister van Leesboeken: Maranke Rinck
Maranke Rinck (1976) is kinderboekenschrijver. Ze schrijft prentenboeken, voorleesverhalen en leesboeken voor jonge lezers. Dat doet ze ook in opdracht van musea en andere organisaties. Haar prentenboeken zijn in veel landen verschenen en ook de populaire serie Bob Popcorn is vertaald in het Engels, Duits en Frans. Haar boeken wonnen verschillende prijzen in binnen- en buitenland, o.a. een zilveren griffel voor het prentenboek Tangramkat, de Kinderboekwinkelprijs voor Bob Popcorn en de Golden Parents Choice Award voor I feel a foot! in Amerika. Maranke maakt veel van haar boeken met haar man, illustrator Martijn van der Linden. Samen geven ze lezingen en Bob Popcorn feestjes door het hele land.
Maranke: Ik kijk ernaar uit om mooie, spannende, grappige en bijzondere leesboeken onder de aandacht brengen. Boeken met veel tekst, om zelf te lezen. Maar ook voorleesboeken, met mooie illustraties. En boeken waarin het verhaal wordt verteld met woorden én tekeningen. Verschillende leesboeken dus, die verschillende kinderen kunnen bereiken, maar samen voor eindeloos veel leesplezier zorgen.
Minister van Algemene boekenzaken: Sanne Rooseboom
Sanne Rooseboom (1979) is onze minister voor Algemene Boekenzaken. Ze schreef al verhalen toen ze acht was, maar had lang geen idee dat ze ook echt schrijver kon worden. Daarvoor had ze een omweg nodig. Ze werd journalist, schreef veel maar altijd echt gebeurd, totdat haar fantasie in opstand kwam. Nu bedenkt ze al jaren alles. Ze schrijft over geheime Ministeries, roestige duikboten en humeurige prinsessen. Sanne houdt ervan als kinderen haar boeken grappig en spannend vinden, maar het moet wel ergens over gaan. Over wat je kunt doen voor een ander, over onrecht rechtzetten, over vriendschap, over ouders. Mot en de metaalvissers werd genomineerd voor de Woutertje Pieterse Prijs en de Vlaamse Boon. In 2023 schrijft Sanne het Kinderboekenweekgeschenk.
Sanne: Eigenlijk klopt het niet, een minister voor algemene boekenzaken; de minister-president heeft in een kabinet die ministerspost. Maar in onze samenstelling kan het wél. Net zoals in boeken alles kan. Ik schreef al zoveel over het Ministerie van Oplossingen, ik ben benieuwd naar het Ministerie voor Boekenzaken. Ik vind het fijn als kinderen weten dat ze altijd terecht kunnen in een boek.
Minister van Poëzie: Babs Gons
Babs Gons is dichter en schrijver. Ze schrijft gedichten voor volwassen, althans dat dacht ze, maar nu blijkt dat veel van haar poëzie ook veel door jongeren worden gelezen. Een van haar gedichten won een Poëziester, gekozen door 25000 scholieren uit België. In 2022 verscheen het kinderboek Het Begint Met Een Droom van haar hand, over de levens van 20 heldinnen uit de geschiedenis van het Nederlands Koninkrijk. Babs schrijft daarnaast ook columns en korte verhalen en treedt ook vaak op als host, zoals voor de Kindernacht van de Poëzie. En, ze is vanaf september 2023 voor twee jaar de Dichter des Vaderlands.
Een leven zonder poëzie…brrrr. Een wijs iemand schreef dat elk kind zou moeten opgroeien met de smaak van poëzie. Daar ben ik het hartgrondig mee eens. Het zou eigenlijk gewoon onderdeel moeten zijn van een gelukkig en gezond leven, zo van:
eet elke dag een appel
genoeg graan en courgette
zorg dat je genoeg beweegt
en ga op tijd naar bedhap elke dag genoeg frisse lucht
zorg dat je genoeg gedichten leest
want die maken het leven wat prettiger
en ze voeden je geestEn daarom ga ik als Minister van Poëzie de mooiste kinderpoëzie uitzoeken.